- Home
- Inspiratie
- Moeite met de juiste kleding vinden? Je seizoenstype bepalen kan helpen
Moeite met de juiste kleding vinden? Je seizoenstype bepalen kan helpen
Ben jij een lente, zomer, herfst of toch winter? Als je jouw seizoenstype kunt bepalen, weet je welke kleuren het best bij jou passen. Dit kun je weer gebruiken voor het kiezen van de perfecte outfit, make-uplook of haarkleur.
We leggen uit hoe je jouw seizoenstype kunt bepalen en hoe je dit kunt toepassen in jouw garderobe.
Wat is een seizoenstype?
Stylisten en kappers gebruiken al jarenlang de seizoenstypes om te bepalen welke kleuren het best bij iemand staan. Kleuren kunnen op die manier gebruikt worden om eigen, natuurlijke kenmerken het best naar voren te laten komen. Als je weet wat jouw seizoenstype is, dan wordt shoppen ineens een stuk makkelijker. Als jij een herfsttype bent, weet jij bijvoorbeeld dat je maar beter bij wit of zwart weg kunt blijven én dat alle ogen op jou gericht zullen zijn als je warme kleuren als mosgroen of roestbruin draagt.
Eigenlijk is de term seizoenstype een beetje ouderwets. Tegenwoordig spreekt men liever van kleurtype, omdat er dan een stuk meer specifieke opties zijn en je niet gelimiteerd bent tot de vier seizoenen. Toch zijn seizoenstypes nog heel goed te gebruiken als je ook gebruikmaakt van ‘subseizoenen’. Die kun je bijvoorbeeld gebruiken wanneer je precies tussen twee seizoenen invalt.
Jouw seizoenstype bepalen
Benieuwd binnen welk seizoen jouw uiterlijke kenmerken vallen? Dan zijn er een aantal stappen die je moet doorlopen. Je kunt hier ook een quiz invullen om het makkelijker te maken.
Stap 1: de ondertoon van je huid
Allereerst moet je erachter komen of jouw huid een koele of warme ondertoon heeft. Dit gaat jou namelijk helpen om te bepalen welke kleurtint jij het beste kunt kiezen. Je hoeft namelijk nooit kleuren volledig uit jouw garderobe te schrappen, maar simpelweg een kleur met de juiste ondertoon kiezen. Zo zijn er warme roodtinten, en koele roodtinten. Je kiest altijd voor een kleurtint die overeenkomt met die van jouw huid. De ondertoon van jouw huid bepalen kan op een aantal manieren:
- Kijk naar de aderen op je pols: als je groene aderen hebt, heb jij een warme ondertoon in je huid, en als je blauwe of paarse aderen hebt, heb jij een koele ondertoon in je huid. Het kan helpen om een groen en blauw voorwerp naast je aderen te houden om zo te vergelijken.
- Kijk naar je sieraden: staan gouden sieraden jou beter? Dan heb je een warme ondertoon. Als zilver je beter staat, heb je een koele ondertoon.
- Word je makkelijk bruin? Als je makkelijk bruin wordt heb je een warme ondertoon, als dat niet zo is dan heb je een koele ondertoon.
Stap 2: lichte of diepe kleurtinten?
Hierna ga je bepalen of jij lichte of diepe kleurtinten in je uiterlijk hebt. Hierbij kun je naar je ogen en natuurlijke haarkleur kijken. Hoe lichter je haar is, hoe meer je lichte kleurtinten hebt. Hoe donkerder je haar is, hoe dieper jouw kleurtinten zijn. Dit bepaalt ook de mate van contrast in jouw kleurtype: hoe groter het verschil tussen je haar en huid, hoe hoger het contrast.
Stap 3: jouw seizoen bepalen
Heel simpel gezegd kun je jouw seizoen vervolgens zo bepalen:
Winter: koele + diepe kleurtint
Lente: warme + lichte kleurtint
Zomer: koele + lichte kleurtint
Herfst: warme + diepe kleurtint
Hieronder zie je voorbeelden van de kleurtypes. Omdat dit er voor lichte en donkere huidskleuren anders uit kan zien, zijn deze opgesplitst.
Wintertype
Mensen die binnen het wintertype vallen hebben een huid met een koele ondertoon met diepe kleurtinten. Denk hierbij aan een licht getinte tot zwarte huid. Als jij binnen dit seizoen valt heb je koel bruine, grijze, blauwe, of bijna zwarte ogen. Er zit waarschijnlijk veel contrast tussen je haar en je huid. Dit maakt jou ook anders dan bij het zomertype, waar dit niet het geval is.
Deze kleuren staan jou het best: wit, koningsblauw, kobaltblauw, helder koel rood.
Deze kleuren staan jou het minst: goud, natuurkleuren, pastelkleuren.
Sieraden: ga voor zilveren sieraden.
Lentetype
Mensen die binnen het lentetype vallen hebben een huid met een warme ondertoon met lichte kleurtinten en weinig contrast. Je hebt een honingkleurige of gouden ondertoon in je huid en haar en krijgt misschien makkelijk zomersproeten.
Deze kleuren staan jou het best: zonnige kleuren als sinaasappeloranje, tomatenrood en zonnegeel, net als beige en gebroken wit.
Deze kleuren staan jou het minst goed: wit, neon, koel blauw en lila, grijs en zwart.
Sieraden: ga voor gouden sieraden.
Zomertype
Mensen die binnen het zomertype vallen hebben een huid met een koele ondertoon met lichte kleurtinten en weinig contrast. Het haar heeft een grijze of assige ondertoon, ook als het bruin is. Vaak hebben zomertypes lichte ogen.
Deze kleuren staan jou het best: zachte en koele kleuren als lila, blauwe pasteltinten, oudroze, lichtgroen.
Deze kleuren staan jou het minst goed: oranje, felrood, cognac, camel.
Sieraden: ga voor zilveren sieraden.
Herfsttype
Het herfsttype is een en al warmte. De huid heeft een gouden of warme, diepe ondertoon en er is mogelijk veel contrast. De ogen zijn licht- tot donkerbruin, olijfgroen of blauw met goud. Het haar varieert van middenblond tot zwart.
Deze kleuren staan jou het best: alle warme natuurkleuren als mosgroen, olijfgroen, dennegroen, bruin, okergeel, oranjerood.
Deze kleuren staan jou het minst goed: alle koele of blauwachtige kleuren, wit, citroengeel, lichtroze.
Sieraden: ga voor gouden sieraden.
Tussenseizoenstypes
Als je een nog nauwkeurigere bepaling wilt van de kleuren die jou goed staan, dan kun je ook naar de tussenseizoenstypes kijken. Je bent een tussenseizoenstype als je een combinatie van elementen hebt, bijvoorbeeld een warme ondertoon in je huid maar koele ogen. In dat geval kunnen ook bepaalde kleuren die buiten jouw seizoen vallen je goed staan, of dingen binnen jouw seizoen je juist niet staan. Dat is een kwestie van goed kijken en uitproberen!